Selecteer een pagina

Bezorgt u ook bloemen in de hemel?

12 februari 2022 | Kleine Soul Story

‘Goedemiddag beste bloemist,
Wat is het koud hé, op deze prachtige winterse Valentijnsdag.
Misschien een vreemde vraag, maar bezorgt u ook bloemen in de hemel?’

‘Ja hoor,’ zegt de bloemist, ‘als je het adres voor me hebt, dan komt het goed.’

Oh ja, dat is een goeie. Het adres. Hmmm…
‘Gewoon, de hemel, je weet wel, waar iedereen heen gaat alstie hier vertrokken is voor altijd. Ben je er nog nooit geweest bloemist?’

‘Nee, eerlijk gezegd bent u de eerste die het me vraagt. Dus als u het adres heeft, dan vlieg ik voor u!’

‘Ja, dat zou het wel eens kunnen worden, dat je moet gaan vliegen. Ik geloof niet dat de hemel namelijk hier op aarde te vinden is.’

‘Oh nou, dan wordt het lastig en best moeilijk ook. Maar we zullen het als uitdaging zien. Probeert u achter het adres te komen, dan maak ik alvast een boeketje klaar. Had u iets in gedachten?’

‘Ja, ik dacht aan iets kleins met vergeet-me-nietjes.’

‘Ah, die heb ik net vers binnen! Van die prachtig lichtpaars-blauwe met een geel hartje vanbinnen.’

‘Ja, die bedoel ik. Ze hield er zo van. Ik ga op zoek naar het adres, dan kom ik zo bij u terug bloemist.’

De oude man die er keurig verzorgd uitzag met zijn sjieke zwarte hoedje en zijn donkergrijze halflange wollen parka, nam buiten voor de bloemenwinkel plaats op een houten bankje in de zon.

Wie kan ik eens vragen naar het adres van de hemel, vroeg hij zich in gedachten af. Dat zullen ze bij de begraafplaats misschien wel weten.
Al snel had hij het nummer opgezocht en er werd vlotjes opgenomen.

‘Meneer van de begraafplaats, goedemiddag, ik bel u even om te vragen of u weet waar de hemel ligt, precies met het juiste adres erbij, zodat ik aan mijn vrouw een bloemetje kan sturen voor Valentijn.’

‘Uh, uh, dan moet u niet bij mij zijn, ik heb er geen kaas van gegeten, van hemelse zaken. Dat vind ik meer iets voor meneer pastoor,’ zei de begraafplaatsmedewerker.

‘Dank u wel, dan ga ik die even bellen.’

‘Tuut, tuut, tuut… dit is het antwoordapparaat van meneer pastoor. Ik ben er even niet. Bid tot God als u direct antwoord wilt of belt u later nog eens terug.’

Ja, daar kan ik niet op wachten, dacht de nette oude heer. Het is vandáág Valentijnsdag. Dan ga ik de bloemist maar vertellen dat ik het adres niet kan achterhalen momenteel.

‘Hallo bloemist, daar ben ik weer.’

‘Ah, een ogenblikje, ik help eerst even deze jongedame.’

Het meisje van een jaar of 8 heeft roze roosjes uitgezocht en zegt tegen de vriendelijke bloemist dat deze voor haar oma zijn, voor Valentijn, want ze wil haar verrassen. De mama van het meisje staat keurig op een afstandje te wachten.

Als de bloemist vraagt of het bezorgd moet worden, zegt ze: ‘Nee hoor, mijn oma woont in de hemel!’

De bloemist kijkt verheugd en knikt naar de meneer met het zwarte hoedje die al nieuwsgierig naar het kleine meisje met de blonde vlechtjes kijkt.

‘Dan weet jij het adres van de hemel zeker wel’ zegt de bloemist, ‘want deze meneer wil er een boeketje laten bezorgen maar weet niet waar het is.’

Het meisje kijkt verbaasd en begint dan vrolijk te lachen.
‘Ik lach jullie niet uit hoor! Maar ik vind het wel grappig, dat jullie niet weten hoe je er kunt komen! Ik heb geen adres van de hemel.’

‘Oh jee’ zegt de oude man, ‘hoe moet dat nou? Ik wil heel graag dat mijn vrouw, die ook in de hemel is, weet dat ik nog steeds aan haar denk en nog altijd van haar hou. Waar breng jij jouw roosjes heen dan?’ vraagt hij aan het meisje.

‘Als ik straks thuis ben, dan zet ik ze in een vaasje bij haar foto. Mijn oma hield van roze roosjes. Misschien steek ik wel een kaarsje aan met mama samen.’

‘Oh,’ zegt de oude man, ‘maar dan weet je oma toch niet dat jij die roosjes voor haar hebt gekocht vandaag? Je brengt ze dan toch niet in de hemel, waar ze nu woont?’

‘Jawel’ zegt het meisje, ‘want ik ga dan bij de foto van oma zitten en kijk haar aan. Dan doe ik mijn ogen dicht of ik kijk door spleetjes en denk heel sterk aan haar en dan voel ik het in mijn hartje wanneer ik bij oma ben aangekomen.’

De bloemist en de oude man stonden met open mond, sprakeloos te luisteren.

‘Dat klinkt mooi,’ zei de bloemist. ‘Wat voel je dan in je hartje en hoe geef jij die bloemen dan aan haar?’

‘Als ik mijn ogen dicht heb en met veel plezier aan oma denk, dan wacht ik eventjes tot ik haar goed zie. Mijn hartje gaat vanzelf sneller kloppen en het wordt blij en warm en licht vanbinnen!
Dan zeg ik tegen haar: alsjeblieft oma, deze zijn voor jou, omdat ik zoveel van je hou.
Ik weet zeker dat oma dan lacht en mij een kusje geeft. Dat doet ze wel vaker als ik bij haar op visite ga in de hemel, een kusje boven op mijn hoofd. Daar voel ik het dan altijd een beetje kriebelen.’

‘Nou, dag meneren, ik ga hoor! Fijne Valentijnsdag!’

De oude man tilde zijn hoedje op, krabde zich eens achter zijn oren en zei: ‘Wat een wijze les leerden wij. Hoorde je dat bloemist? De hemel is wel op aarde! Als je maar weet waar je moet zijn.’

‘Ja,’ zei de bloemist, ‘ik zal het nooit meer vergeten. De hemel kun je vinden in je hart, daar wonen ook je geliefden die je met Valentijn een bloemetje kunt geven. Maar de bloemen daar bezorgen kan ik niet voor je doen beste man.’

‘Nee,’ zei de oude man met een glimlach op zijn gezicht, ‘dat doe ik met alle liefde zelf, want ze was mijn Valentijn en zal dat altijd blijven. Die liefde zit nu eenmaal in mijn hart en gaat daar nooit meer uit, zolang ik leef!
Dag beste bloemist, ik ga haar snel een bezoekje brengen en neem dit lieve boeketje vergeet-me-nietjes mee. Fijne dag!’

‘U ook een mooie Valentijnsdag en doe de hartelijke groeten aan uw vrouw in de hemel.
Tot ziens meneer!’

TERUG NAAR BLOGOVERZICHT